De wet Breyne
De wet Breyne
De woningbouwwet – de zogenaamde wet Breyne biedt de bouwer van een woning en de koper van een te bouwen project een uitgebreide bescherming op verschillende vlakken. Van deze dwingende wet kan niemand afwijken. Let wel: deze Wet Breyne is van toepassing wanneer één aannemer het project realiseert.
De wet Breyne beoogt een volledige en correcte informatieverstrekking aan de toekomstige kandidaat-bouwer of koper van een sleutel-op-de-deurproject. Daartoe moeten een aantal vermeldingen verplicht schriftelijk in de overeenkomst opgenomen worden.
De Wet Breyne garandeert de toekomstige eigenaar onder meer een maximaal te betalen voorschot van 5% op de totaalprijs, een vooraf vastgestelde totaalprijs, een verplichte oplevering in een voorlopige en een definitieve fase en een verplicht voorziene waarborg mogelijk tot tien procent.
Er gelden ook strenge aansprakelijkheidsregels: de verkoper is niet alleen aansprakelijk wegens verborgen gebreken. Ook de tienjarige aansprakelijkheid voor zware, zelfs zichtbare gebreken, berust op hem.
Controle door notaris en architect
De wet verwacht ook van de notaris en de architect niet alleen een algemene informatieverplichting, maar ook een bijzondere tussenkomst en controle. Wanneer in de overeenkomst iets staat dat strijdig is met deze wet, worden deze clausules als ongeschreven beschouwd.
Wet Breyne niet altijd van toepassing
De Wet Breyne is in sommige gevallen niet van toepassing. Zo kun je als bouwer ook kiezen om met de verschillende aannemers zelf afzonderlijke contracten af te sluiten voor de uitvoering van de verschillende bouwopdrachten. Zo kun je de ruwbouw, dakwerken, verwarming, elektriciteit, schilderwerken…telkens regelen. Dit houdt wel in dat je of jouw architect zelf moet instaan voor de coördinatie van de werken en de coördinatie tussen de verschillende aannemers.